‍Enkele grote namen uit de Vlaamse techwereld richten de ‘venture studio’ Miles Ahead op. Die houdt het midden tussen een techfonds en een -incubator en biedt jonge AI-bedrijven in totaal 35 miljoen euro kapitaal en hulp van experts.

‘Onze naam is geïnspireerd op de jazzlegende Miles Davis’, zegt medeoprichter Wim De Waele over de naam van de nieuwe Gentse techhub Miles Ahead. ‘Zoals ze in de jazz moeten improviseren, zo moeten startende ondernemers en hun teams vaak ook hun eigen weg banen. Het kost vaak veel tijd voor ze met hun start-up tot een commercieel product komen. Daardoor laten opvolginvesteringen en de zogenaamde Serie A-ronde te lang op zich wachten, bij gebrek aan referenties.’

‍

De oprichters van Miles Ahead willen investeringskapitaal samenbrengen en willen met de expertise en de ervaring uit hun netwerk de leercurve van start-ups verkorten. De Waele heeft een pak ervaring in de begeleiding van start-ups en scale-ups als de voormalige CEO van de Gentse techincubator iMinds, die later als iStart opging in de Leuvense onderzoeksinstelling Imec. Luc Burgelman richtte ooit met Peter Hinssen het IT-bedrijf Porthus op en werd later CEO van diverse databedrijven. Alain De Taeye is de oprichter van Tele Atlas, dat in 2007 werd overgenomen door het Nederlandse navigatietechnologiebedrijf TomTom. Maarten Mortier was jarenlang de technologiemanager bij de Gentse techbedrijven In The Pocket en Showpad. Frederik Lebeer is een voormalig consultant bij Bain Consulting en investeerder bij D’Ieteren Investment Group.

‍

Slaagkansen

‍

‘Eigenlijk zijn we een venture studio, een investeringsfonds met de trekjes van een incubator’, zegt De Waele. ‘Wat een fonds minder heeft, expertise en coaching, heeft een incubator wel. Bij een incubator is het omgekeerd: die heeft weinig kapitaal. We leggen sterk de nadruk op een hands-onbegeleiding van de start-ups en hopen zo de slaagkans op een topbedrijf te verhogen. In een klassiek risicokapitaalfonds is die 1 op 20, maar bij een studio moet dat 1 op 10 zijn. Dat zal binnen zes of zeven jaar moeten blijken.’

‍

De 'studio' zich op start-ups in artificiële intelligentie (AI) en deep tech. ‘Twee jaar geleden was bij de opstart al duidelijk dat AI een volgende paradigmashift zou veroorzaken. We mikken alleen op bedrijfstoepassingen. Je merkt dat het in ons land moeilijk is grote platformbedrijven zoals Spotify of SalesForce te ontwikkelen, maar die grote jongens zijn wel tuk op kleinere toepassingen die ze kunnen integreren in hun aanbod. Die kunnen van hier komen.’

Miles Ahead heeft al vier investeringen gedaan: in TalentGuide, een hr-tool voor de interne mobiliteit van arbeiders, MyGamePlan, dat voetbaldata en -beelden analyseert om spelers te coachen, Leadcamp, dat verkoopprocessen slimmer maakt zodat verkopers meer tijd hebben voor hun kerntaken, en Sealution, een AI-platform voor de analyse van communicatie en data aan boord van schepen. Bij de studio moeten ook intern start-ups ontstaan vanuit een eigen idee, waarrond een team gebouwd wordt.

Investeringsfonds

‍

Miles Ahead wil de komende vijf jaar 35 miljoen euro investeren in Belgische AI-start-ups.

De oprichters steken zelf geld in het fonds, maar het merendeel van de beoogde 35 miljoen euro moet komen van externe investeerders. Vele van de eerste investeerders hebben zelf al één of meerdere techbedrijven mee opgericht: Jan Hollez, een van de twee ondernemers achter het foodtechbedrijf Deliverect (en ervoor van Posios), Jan Van Hoecke (Ravn en iManage) en Ewout Meyns (Piesync, Hubspot). In een eerste closing werd 6 miljoen euro opgenomen, een volgende 6 miljoen is toegezegd.

Is het een goed idee een nieuw techfonds op te richten nu de investeringsdrang in de wereld van techstart-ups wat is teruggevallen? Volgens Lebeer, portfoliomanager bij Miles Ahead, zijn ‘de waarderingen na de recente marktcorrectie net aantrekkelijker geworden. Er zijn ook minder kapers op de kust voor bijna evenveel nieuwe start-ups. De studiobenadering moet het bovendien mogelijk maken dat investeerders die zich normaal niet durven wagen aan zaaikapitaal omwille van het risico toch die stap durven zetten en door de hogere slaagkans van de bedrijven een mooi rendement krijgen.’

De bedoeling is elk jaar vier investeringen te doen van 500.000 tot 600.000 euro, om uiteindelijk 20 participaties te bereiken. ‘Dat is een hoger dan gemiddeld bedrag als zaaikapitaal’, zegt medeoprichter Luc Burgelman. ‘Dat doen we bewust zodat de start-upondernemers een dik jaar lang hun hoofd niet moeten breken over geld en hun focus kunnen leggen op de ontwikkeling van hun bedrijf. Bovendien voorzien we tot 2 miljoen euro extra kapitaal voor een vervolginvestering in een serie A-kapitaalronde, waar nodig.’

‍

(Tom Michielsen - 17 februari 2023 - De Tijd)